[Huber, Herman]
HUBER (Herman), zoon van den volg. en diens eerste vrouw Agnes Althusia, geb. te Franeker 5 April 1663, overl. 21 Nov. 1730, jurist van goeden naam. Na zich aan de hoogeschool zijner geboorteplaats op de rechtsstudie te hebben toegelegd, voltooide hij deze aan de universiteit te Orleans, waar hij in 1680 den doctorsgraad verwierf na verdediging eener dissertatie: de Dominio Juris gentium. In het vaderland teruggekeerd, vestigde hij zich als advocaat te Leeuwarden, en werd reeds in 1681 tot secretaris der Staten van Friesland en syndicus van Leeuwarden benoemd. In 1701 werd hem de titel van geschiedschrijver der friesche Staten geschonken. Na afstand van den post van secretaris ten behoeve van zijn zoon Ulrich Joannes (overl. in 1727), werd hij burgemeester van Sneek en was daarna vele jaren lid der Staten en als zoodanig lid van talrijke commissies.
Zijne vrouw Elisabeth de Hertoghe schonk hem zeven kinderen, waaronder den reeds genoemden zoon en een dochter Maria Agnes, die met den raadsheer Dominicus Hamerster huwde. Door zijn huwelijk ontstond de gecombineerde naam de Hertoghe Huber.