Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1151]
| |
huis en daarna in de Fundatie van Renswoude opgevoed, waar hij voorbereidend onderwijs ontving in de wis-, natuur- en letterkundige vakken, zoodat hij op zijn 17e jaar in staat was de lessen in de geneeskunde aan de hoogeschool te Leiden te volgen. Toen reeds was het zijn bedoeling zich later aan de veeartsenijkunde te wijden. Daartoe begaf hij zich, na een 3-jarig verblijf aan deze hoogeschool, naar de veeartsenijschool te Berlijn. Intusschen werd hij door het bestuur van genoemde Fundatie weldra teruggeroepen, met het doel om hem voor het geven van onderwijs geplaatst te krijgen aan de op te richten veeartsenijschool. Deze kwam echter niet zoo spoedig tot stand als vermoed werd. Bij kon. besluit van 29 Juli en 17 Sept. 1808 werd bepaald, dat geschikte veeartsen die door een departementale geneeskundige commissie waren geëxamineerd en bekwaam bevonden, voor één jaar in het genot zouden worden gesteld van ƒ 400, voor de helft te betalen uit de schatkist, voor de andere helft uit het fonds van den landbouw. Aan dit examen onderwierp G. de Hoog zich te Leiden in 1808, met het gevolg dat hij tot veearts 1e klasse werd bevorderd. Na de overstrooming van den Alblasserwaard en de Vijf-Heeren Landen in 1809 werd hij door de commissie van geneeskundig onderzoek en toevoorzigt in Zuid-Holland, waarvan de voorzitter, Dr. J. Bodel, te Dordrecht woonde, belast met de nasporing en waarneming der daardoor ontstane ziekten bij paarden, runderen en schapen en de behandeling hiertegen. Het verslag daaromtrent vindt men in het Veeartsenijkundig Magazijn van A. Numan, I, 177-211. Door het vertrek van koning Lodewijk Napoleon uit ons land was het ontwerp tot oprichting van een veeartsenijschool, althans voorloopig, van de baan. Dit verdroot de Hoog, die al zijn zinnen er op had gezet om daaraan werkzaam te zijn. Hij ging zich nu weder aan de geneeskunde wijden en promoveerde in 1811 te Leiden als med. doctor op een diss. De analogia, nexu et reciproca applicationis utilitate medicinae humanae et animalium rustico-domesticorum, sive veterinariae artis non neganda. De Hoog was de eerste, wien door het bestuur van de Fundatie van Renswoude te Delft was toegestaan om doctor in de geneeskunde te worden; deze onderscheiding viel hem ten deel wegens zijn bekwaamheden en ijver. Na korten tijd te Vianen te hebben gepraktizeerd, werd hij door bemiddeling van Prof. Brugmans, destijds inspecteur-generaal van den geneeskundigen dienst, tot officier van gezondheid benoemd. Die overgang is zijn ongeluk geworden. In den veldtocht naar Rusland in 1812 heeft hij zijn dood gevonden; waar hij gestorven is, is niet bekend. Schimmel |
|