[Hoekstra, Johannes (2)]
HOEKSTRA (Johannes) (2), geb. 15 Oct. 1836 te Harlingen, overl. 12 Dec. 1908 te Groningen en kleinzoon van Freerk (kol. 1119). Na van 1855 tot 1861 te Amsterdam aan het doopsg. seminarie gestudeerd te hebben, werd hij doopsgez. leeraar te Huizinge of Middelstum (24 Maart 1861-74), Wolvega (29 Maart 1874-79) emeritus sinds 27 Juli 1879. Toen hij in 1863 voor Giethoorn bedankte werd de kerk en pastorie naar Middelstum verplaatst. Ook te Wolvega stichtte hij een kerkgebouw en in 1883 te Apeldoorn het kerkgebouw van den Protestantenbond (tevens bij de doopsg. in gebruik), alwaar hij zoowel de afdeeling van den Protestantenbond als later (in 1896) de doopsg. gemeente oprichtte. Hij had zitting in het hoofdbestuur van de vereeniging ‘Tot Steun’ en was geestelijk verzorger der beide gestichten dier vereeniging te Apeldoorn. In 1895 en 96 was hij bestuurder der Alg. Doopsg. Sociëteit. Hij schreef Kerk en Maatschappij in Evangeliespiegel 1868 en Proeve verklaring van Matth. IX, 16-17 in Oud en Nieuw 1863.
Vgl. Feestbundel E.T.E.B.O.N. (Haarl. 1890) 66; De Zondagsbode, Doopsg. Weekblad 1908, no. 9, en familiebericht.
Vos