Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1088]
| |
en Weynefrida Buyck, was in genoemde stad vele jaren in schooldienst. 13 April 1679 werd hij in plaats van Petrus Schermer, die tot predikant beroepen was, tot onderwijzer in de tweede school aangesteld; hij kwam vervolgens in de derde en werd 21 April 1708, toen men de vierde ophief en den conrector Bernardus Zijtsma rector maakte, conrector in diens plaats. Hij aanvaardde deze betrekking in November met eene oratie: Alcmaria litterata, welke bij Willem van Trier in 4o. is uitgegeven. In dezelfde maand werden hij en de praeceptor der tweede school Gerard Kempher in plaats van den in Juni overleden Hendrik Backerus tot organisten der Kapelkerk benoemd, samen op ƒ 200 jaarwedde (waarmede men ƒ 50 uitwon), zoodanig dat bij vertrek of overlijden van een hunner de overblijvende ƒ 150 zou genieten. Toen Kempher echter tegen 1712 aftrad, werd deze opgevolgd door Pieter Jeugd. Van Herk wordt een bekwaam conrector genoemd, maar zijn gedrag bleef niet onberispelijk, des te erger omdat de onbekwaamheid van Zijtsma de school deed kwijnen. Burgemeesteren bewogen, met toezegging van gunstig advies nopens zijn pensioen, in April 1718 v.H. tot vrijwilligen afstand van zijn conrectoraat, en meenden hem ƒ 275 's jaars toe te leggen; maar de vroedschap gunde hem niet meer dan ƒ 100. Nadat Jeugd hem in 1721 het veld als organist alleen gelaten had, kreeg hij eene verhooging van ƒ 50. v.H. vertaalde het in 1692 door A. Matthaeus uitgegeven Chronicon Egmundanum van Johannes a Leydis, welke arbeid, door Kempher herzien en voltooid, eerst in 1732 door de zorg van Eikelenberg in druk is verschenen. v.H. ondertrouwde 13 Nov. 1678 met Trijntje, dochter van genoemden organist Backerus, die hem verscheidene kinderen schonk, waarvan het eerste reeds 18 dagen na den ondertrouw gedoopt werd. Bruinvis |
|