[Hennequin, Gualterus]
HENNEQUIN (Gualterus), geb. te Rotterdam als zoon van Johan Hennekijn en Catharina van der Graeff, begr. aldaar 21 Juni 1738 in den ouderdom van 85 jaar. In 1699 werd hij commissaris van het waterrecht, in 1700 schepen, in 1701 vroedschapslid, wat hij tot zijn dood gebleven is, in 1711 en 1712 was hij burgemeester. Bovendien was hij van 1725-1733 lid van het college der admiraliteit van Zeeland. Op politiek gebied speelde hij een groote rol. Door zijn bemiddeling deed Frankrijk in 1706 vredesvoorstellen aan de Staten, die echter tot geen resultaat leidden; Hennequin werd daarop naar Parijs afgevaardigd, vanwaar hij in April 1707 met een nieuw ontwerp terugkwam, dat echter evenmin werd aangenomen. In 1725 was hij een tegenstander van hen, die wenschten, dat Nederland zich zou aansluiten bij het verdrag van Hannover en werkte hij, vooral in Zeeland, dit plan tegen. Hij geraakte daarop in moeielijkheden door, zonder hiertoe door de Staten gemachtigd te zijn, voorstellen tot een verdrag aan het spaansche hof te doen. Hij werd zelfs te Parijs, op verzoek der Staten, in civiel arrest genomen, doch kort daarop weer ontslagen, zonder dat deze zaak verdere gevolgen had. Hij huwde, 13 Jan. 1685 te Delft, met Geertruyda Graswinckel; 6 Febr. 1713 met Eewouda Verschuer, bij welke gelegenheid een bruiloftsgedicht verscheen van E. Bremer.
Van der Aa verwijst naar een handschrift: Projet de Paix de Mr. de Torcy. Zie verder: Wagenaar, Vad. Hist. XVII, 292, 314, 326, XVIII, 336; van Wijn, Nalez. I, 424-428 en Bronnen Gesch. Rott. I.
Wiersum