schatte en plunderde de omstreken van Metz, Toul en Verdun gedurende 11 dagen. Deze tocht verwekte grooten schrik, tot zelfs in Parijs, en bezorgde hem een grooten roep van onversaagdheid; het doel er van was den franschen intendant te dwingen tot betaling der verzuimde contributiën, die men was overeengekomen, dat betaald zouden worden. Van 4-20 Oct. 1712 verdedigde G. de vesting Bouchain; hier werd hij krijgsgevangen gemaakt en naar Champagne gevoerd.
Zijn: Journaal van de Coursen, gedaan in de laatste Campagne [of in Champagne] anno 1712 is uitgegeven in den Almanak der K.M.A. 1830; door J. van Leeuwen in de Vrije Fries V (1850) 256; door G.v.d. Netten in Mil. Spect. 1851, 251 vlg.; door W.H. de Beaufort in Bijdr. en Meded. Hist. Gen. VII (1884) 115.
Zie, behalve de algemeene werken: J. van Leeuwen in Vrije Fries V (1850) 245 en de daar gen. literatuur; Bosscha, Neerl. Heldend. te Land II, 370, 480, 536-538, 544.
Eysten