[Groot, Mr. Pieter Cornets de]
GROOT (Mr. Pieter Cornets de), geb. 28 Nov. 1739 te Rotterdam, overl. 12 April 1786 aldaar en begraven te Delft, was een zoon van Hugo Cornets de Groot (1) en Jacoba Elizabeth Noorthey. Te Leiden werd hij 21 Dec. 1756 als student in de rechten ingeschreven (met onjuisten leeftijd in het gedr. Album stud.) en hij promoveerde aldaar. In 1768 werd hij te Rotterdam tot schepen benoemd, van 1772-1785 was hij vroedschapslid, van 1783-1786 dijkgraaf van Schieland, verder meesterknaap van Holland en West-Friesland en president-heemraad van het groot-waterschap van Woerden. Ook behoorde hij van 1773-1785 tot de Maecenaten van het Bat. Gen. te Rotterdam. Hij huwde 14 Dec. 1785 te Maasland met Neeltje Dulmerhorst, bij welke gelegenheid een Vreugdezang van W.L. Veerman, geneesheer te Maassluis, het licht zag. Bij zijn overlijden kwam uit De klaagende Rottestroom en kort na zijn dood verscheen een schimpdicht op hem Gesprek gehouden op den 15den van April in de Nieuwe Kerk te Delft tusschen de geesten van twee afgestorvenen van een onbekenden dichter.
Zie: Bronnen Gesch. Rott. I en Rott. Historiebl. 2e afd. 164.
Moquette