begraven te Ridderkerk, waar hij ambachtsheer was en eigenaar van het Huis ten Donk. Over hem verschenen: Lambertus Evenhuis, Ter plechtige inhuldiginge van den Edelmogenden Heere Mr. Otto Groeninx van Zoelen enz., den 1sten der Bloeimaande des jaars MDCCLIII, bij zijn benoeming tot lid van den zeeraad; in 1748 een klinkdicht van een onbekende: Geluk aen de Rott. burgerije met het burgemeesterschap der heeren Mr. Otto Groeninx van Zoelen en Mr. Hugo Cornets de Groot (zwager van den eerstgenoemde) en een gedicht, eveneens van een onbekende, bij diezelfde gelegenheid: De verstoote liefde herstelt door de verkiezing van de Wel Edele Heeren enz. en verder: Oranje-lusthof der gerechtigheid, toegezongen aan de Wel Edelen Groot Achtbaren Heeren Mr. Otto Groeninx van Zoelen .... en Mr. Hugo Kornets de Groot enz. door J. Lagendaal en Vreugdezang over het eerste burgemeesterschap van dezelfde heeren door Dirk van der Steen. Zijn dood werd herdacht door E.H. Lagendaal en J. Maan in Lijktranen enz. In 1750 wijdde Dirk Smits hem een verjaarszang, Nagel. Ged. III, 61.
Zie: Alg. Ned. Familieblad 1883-84 no. 16; Levensbijz. van enz. in Nederl. Jaarb. XII: 2 (1758) 985; Bronnen, Gesch. Rott. I; J.H. Scheffer, Geneal. Groeninx van Zoelen (Rott. 1878) en Adelsarchief 1902.
Wiersum