[Glabbeek, Sebastiaan of Glabbeecq]
GLABBEEK (Sebastiaan) of Glabbeecq, geb. 1674 te Asperen, overl. 26 Aug. 1754 in den Haag. In 1690 trad hij in dienst als kanonnier; hij woonde den 8-jarigen oorlog bij; in 1691 werd hij tot bombardier, in 1694 tot onderluitenant bevorderd. In 1702 werd hij 1e luitenant, in 1706 kapiteinluitenant en in Oct. 1707 kapitein, eigenaar eener compagnie. In 1722 werd hij tot majoor, 3 Sept. 1733 tot luitenant-kolonel, en 25 April 1735 tot kolonel en chef der artillerie benoemd. In dezen rang ontwierp hij met generaal Hertel een plan tot verdediging van Bergen-op-Zoom. Op 1 Jan. 1742 volgde zijn bevordering tot brigadier, in 1747 (17 Juli) die tot luitenant-generaal der artillerie, later tot die der infanterie. Hij was een zeer bekwaam en kundig artillerie-officier, doch minder krachtig in zijn optreden, zoodat hij zijn voorstellen tot verbetering niet met voldoende kracht wist door te zetten. Hij heeft een handschrift met teekeningen nagelaten getiteld: Kort onderwijs van de behandeling en verdeeling der hedendaeghse gebruyckelyke stukken Canons, met de affuyten van dien, Mortiers, Houwitsers en verder de gansche beschrijvinge van de Hollandse artillerie, alsmede het Ernst- en Lustvuurwerk etc. (D.v.O.) Hij werd op 1 Jan. 1752 eervol uit den dienst ontslagen, met behoud van traktement als luitenant-generaal der infanterie. Zijn in 1752 door J. Fournier geschilderd portret is nog bij zijn nakomelingen.
Zie: Kuypers, Gesch. der Nederl. artill. III, 107, 185 vlg.; Bosscha, Neerl. Heldend. te Land II, 456; Timareten, Verzameling van Gedenkst. in Nederl. II, 218; v. Sypesteyn, Bijdr. tot de Gesch. v. de Ned. Artill. 36; E.W. Moes, Iconographia Batava no. 2744.
Eysten