[Françoisz, Karel]
FRANÇOISZ (Karel), Frank, Francus of alleen Carolus, geb. te Winnoxbergen in Vlaanderen in 1578, gest. te Middelburg in 1617, liet zich als Carolus Francisci te Leiden in de medicijnen inschrijven op 26 Juli 1595 en nogmaals 26 Juni 1596. In 1601 was hij te Middelburg gevestigd en ontving daar sinds 17 Aug. 1602 salaris als een der vier stadsgeneesheeren; in 1603 werd hij ook dokter van het gasthuis. Reeds vóórdien bekend met Sixtus Arcerius, was hij het destijds met Jacobus Gruterus. In 1613 voerde hij als oudste van het middelburgsche, uit de stadsgeneesheeren samengesteld collegium medicum, waaronder toen David d'Outreleau en Gaspar Pelletier, de correspondentie met Philips Lansbergen over diens geruchtmakende toediening van muskus aan een kraamvrouw, uitgegeven door Jacob Lansbergen als Disputatio epistolaris Rev. viri Ph. Lansbergii cum doctiss. med. doct. Mittelb. eorumque nomine ornat. viro D. Carolo Franco, de Moscho (Midd. 1613). Het toegevoegde tegenschrift tegen Corn. Herls lokte nieuwe bestrijding uit, die ten slotte door F. besloten werd met een Epistola apologetica medicorum Mittelb. qua et nothis Ph. Lansbergii literis respondent et a calumnia palinodiae ipsis ab eo et filio inusta purgantur (Midd. 1614). F.'s bezoldiging als stadsgeneesheer werd Sept. 1617 uitbetaald aan zijne weduwe Geertruida Boulyns.
Zie voorts: Petri Gruteri Epp. centuria sec. (Amst. 1629) 204; A.A. Fokker, Philippus Lansbergen in Archief Zeeuwsch Genootschap I: 5 (1863) 59 e.v.; Kesteloo, De Stadsrekeningen van Middelburg V (Midd. 1899) 27, 67.
de Waard