klasse. 7 Dec. 1837 tot kolonel bevorderd, was hem het bevel over de geheele artillerie te velde opgedragen; in Jan. 1841 werd hij commandant van het personeel der Artillerie en op 7 April d.a.v. tot generaal-majoor bevorderd. Op 8 Sept. 1852 werd hij op pensioen gesteld met den rang van luitenant-generaal, nadat hij vooraf als lid van de Commissie van Defensie de memorie van verdediging had opgemaakt. F. was een nederig, hoogst bescheiden persoon, vol plichtsbetrachting, bekwaam en moedig. Hij was in 1816 gehuwd met Elisabeth Jaqueline Antoinette Corbelijn, overl. 26 Juni 1878 te Amersfoort.
Zie: Militaire Spectator 1869, 148; Sypeteyn, Gesch. v. het Regiment Rijd. Artillerie 187, 193, 351; Kuypers, Gesch. der Nederl. Artillerie IV, 290.
Eysten