[Exter, Frans van]
EXTER (Frans van), geb. 17 Nov. 1810 te Zierikzee, overl. 15 Mrt. 1887 te 's Gravenhage. Hij trad als soldaat-vrijwilliger 14 Febr. 1827 in dienst bij de 12e afd. infanterie en ging op 24 Oct. 1830 over bij het bataljon Vrijwillige Artillerie. In 1830 tijdens den opstand was hij in garnizoen te Namen. Op 10 Oct. 1831 werd hij benoemd tot 2en luit. bij het 3e bat. artillerie Nationale Militie. Hij werd 1 Nov. 1831 op de citadel van Antwerpen geplaatst en met de bezetting in krijgsgevangenschap naar Frankrijk gevoerd, waaruit hij 7 Juni 1833 ontslagen werd. In 1834, tijdens de onlusten in België, bevond E. zich in Staats-Vlaanderen. Vijf jaar later (16 Aug. 1838) werd hij als adjudant van den opperbevelhebber der expeditie ter Westkust van Afrika gedetacheerd, vanwaar hij op 17 Oct. 1838 in het vaderland terugkeerde en nog enkele jaren als adjudant diende. Op 18 Nov. 1854 benoemd tot kapitein der 3e klasse en op 31 Juli 1865 tot majoor, werd hij in 1871 kolonel bij het 2e reg. vest.-artillerie en tot gen.-maj. (Cdt. der Nieuwe Hollandsche Waterlinie benoorden de Lek) benoemd op 29 Mrt. 1874. Op 11 April 1876 werd v. Exter gepensionneerd en 24 Nov. 1882 werd hem de rang van luitenant-generaal verleend. E. was ridder M.W.O. 4e klasse.
Hij huwde te Kampen, 3 Sept. 1846, met Wilhelmine Christine Jacqueline Hoffman, geb. te Bouillon (België) in 1821, overl. te 's Gravenhage 11 Maart 1887.
Zie: N.R. Courant van 20 Mrt. 1887, 3e blad en Militaire Gids 1887, 249.
Eysten