[Elout van Soeterwoude, Jhr. Maurits Ernst François]
ELOUT VAN SOETERWOUDE (Jhr. Maurits Ernst François), geb. te 's Gravenhage 8 Dec. 1851, overl. te Batjan in de Molukken 29 Aug. 1883, zoon van den volgende uit diens tweede huwelijk, vertrok op 23-jarigen leeftijd naar Indië, waar hij eerst onder leiding van den heer P.C. Lans een tijdlang op Banda in een cultuuronderneming werkzaam was en zich vervolgens te Menado als tabaksplanter vestigde. Nadat hij, in 1878, op de Obi-eilanden (tusschen Ternate en Ambon) getracht had een proef te nemen, of de daar in het wild groeiende notenmuscaat-boomen, voor den aanplant geschikt waren, richtte hij 15 Oct. 1881 te 's Gravenhage de Batjan-Maatschappij op, met een kapitaal van twee en een half millioen gulden, doch werd door de aandeelhouders niet tot administrateur op Batjan maar tot commissaris hier te lande benoemd. Reeds het volgende jaar legde hij deze functie neder, daar zijne inzichten met die der directie niet overeenstemden, en werd, ruim een jaar later, toen de administrateur de Rochemont, die tot moeilijkheden aanleiding gegeven had, ontslagen was, in diens plaats eerst voorloopig, en daarna definitief aangesteld, als hoedanig hij slechts weinige maanden werkzaam was, toen de dood hem overviel.
Elout schreef: De oprichting eener nieuwe O.-Indische Co. in Nederland (1879); Journaal eener reis naar en van een bezoek aan de Batjan-eilanden (1881); De exploitatie van Batjan (1881); De handel op onze groote Oost, naar aanleiding der Amsterdamsche koloniale- en uitvoertentoonstelling (1883).
Zie: Nieuws v.d. dag van 2, 3, 5 Jan. 1880;