[Elias, Mr. Jacob]
ELIAS (Mr. Jacob), geb. te Amsterdam 11 Aug. 1698, ongeh. aldaar overl. 7 April 1750, zoon van den volgende; advocaat, gedeputeerde ter generaliteitskamer wegens de provincie Utrecht, bewindhebber der W.-I.-Comp. wegens de prov. Utrecht, enz. Anoniem, maar in van der Marck, Naemrol, op zijn naam staand, verschenen te Amsterdam: De spookende boer, kluchtspel (1715); De onverwachte wedervinding, blyspel (1716); (deze beide stukken met de zinspreuk ‘fabricando fabri flmus’); De starrekyker by geval, blyspel (1721); Jonker Windbuyl of de driedubbele minnaer, kluchtspel naer Dancourt (1730, 1786); Het verliefde huysgezin, kluchtspel naer Legrand (1730); De schipbreuk, of de lykstaetie van Krispyn, kluchtspel naar de la Font (1730, 1784); deze laatste drie navolgingen bevatten alle een vers ‘aen den lezer’, onderteekend met de letters A.P.S., die men ook vindt in de Proeve van dichtoefening door A.L.F. (Th. van Snakenburg) en A.P.S. (Leyden, 1731). Dat althans in dit laatste geval J. Elias zich achter de letters A.P.S. verschuilt, wordt o.a. vermeld in J. Spex, Gedichten ('s Grav. 1755) (347 noot), waarin ook een lofdicht van hem voorkomt. Verder treft men er o.a. een aan in een bundel Echtzangen ter bruiloft van Th. van Snakenburg (1731). Van beide vrienden is nog bekend, dat ze bijdragen schreven voor van Effen's Holl Spectator.
Zijn Album Amicorum is op de leidsche bibliotheek.
Zie: Elias, Vroedschap van Amsterdam II, 596.
Ebbinge Wubben