[Eck, Rutger van]
ECK (Rutger van), geb. 15 Apr. 1842 te Driel bij Zalt-Bommel, overl. 25 Mrt. 1901 te Breda, vertrok in 1864 als zendeling-leeraar der utrechtsche zending-vereeniging naar Indië, waar hij zich, na een tweejarig verblijf op Java, in 1866 als zendeling op Bali vestigde. In 1875 naar Nederland teruggekeerd, werd hij eerst docent aan de kweekschool voor zendelingen te Utrecht en daarna, in 1877, leeraar in de maleische taal en de land- en volkenkunde aan de kon. mil. academie te Breda. In 1886 kreeg hij den titel lector. Zijne geschriften hebben vooral betrekking op de taal-, land- en volkenkunde van Bali, o.a.: Handleiding bij de beoefening van de Balineesche taal (Utr. 1874); Eerste proeve van een Holl. Balineesch woordenboek (Utr. 1876); Losse opmerkingen over het Balineesch (Congresnummer der Bijdr. v.h. Kon. Inst. 1883); Tekst en vertaling van de Megantaka in Verh. v.h. Bat. Gen. v.K. en W. XXXVIII; Bagoes Hoembara, Balineesch gedicht, Tekst en Ned. verkl. met aant. in Bijdr. t.d.T.-, L.- en Vlk. 3e vlgr. XI, en verscheidene opstellen over het eiland Bali in het T.v.N. Indië en de Ind. Gids. Verder schreef hij een Beknopt leerboek der geschiedenis, staatsinrichting en land- en volkenk. van N.O. Indië (Breda 1885); Beknopte spraakkunst van het Maleisch benevens opstellen, samenspraken en woordenboekje (2e druk, Breda 1886). Ook bewerkte hij den zesden druk van de Hollander's Handleiding bij de beoefen. der Mal. taalen letterkunde (Breda 1893) en den vijfden druk van de Hollander's Handleiding bij de beoefening van de Land- en volkenkunde van Ned. Oost-Ind. (1e dl. Breda 1895).
Zie: Encyclop. v. Ned. Indië I, 480-481.
Juynboll