[Duvenvoorde, Gijsbert II van heer van Obdam]
DUVENVOORDE (Gijsbert II van) heer van Obdam, Hensbroek, Spanbroek en Opmeer, zoon van Jacob (1), die volgt, geb. 1540, koos in het begin der troebelen de vaderlandsche zijde, was een der verbonden edelen, week uit het land 1567, terwijl op 21 Mei 1568 Alva een sententie van verbanning tegen hem uitsprak; hij kwam bij het keeren der krijgskans terug, volgde den Prins op diens eersten veldtocht, speelde een rol bij de veroordeeling van Cornelis Musius (1573), werd 1573, 1575 en 1576 door den Prins met bijzondere zendingen belast; in 1577 was hij burgemeester van Haarlem, in 1579 commissaris-generaal van de monstering eerst te Haarlem, later in Gelderland; op 9 Nov. 1580 overleed hij te Woerden, waar hij inmiddels bevelhebber van het garnizoen en slotbewaarder was geworden. Hij was nog beschreven in de hollandsche Ridderschap en hoogheemraad van Rijnland. Hij huwde 1572 Marie van Hoxwier, dochter van Hector, heer van Rijnauwen, president van den Hove van Utrecht, en van Doedt van Holdinga. Hij won hierbij één zoon Jacob, die den naam van Wassenaer weder aannam.
Zijn geschilderd portret hangt op het stadhuis te Hoorn. Gegraveerd is het door Hendr. Goltzius.
Zie: Obreen, Gesch. gesl. Wassenaer 127.
Obreen