Maasland en Altena, stadhouder van de leenen van de Lek en Polanen, hoogheemraad van Delfland en Schieland 1493, raad in den IIove van Holland 1480, overl. 1504 en Catharina van Eversdijck; hieruit één zoon Arent, in 1558 kinderloos overl.; 2o. 1503 Anna van Noortwijck, erfdochter van Obdam, Hensbroek, Spanbroek en Opmeer, dochter van Jacob, heer dier plaatsen en N.N. van der Beets; zij overl. 1551, oud 65 jaar, nalatend vier kinderen, waarvan wij noemen: Jacob (1) (kol. 770) en Adriana, overl. 1542, begr. kerk Overschie, die 1531 huwde Adriaen van Matenesse.
Hij is knielend met zijn tweede vrouw, zijn kinderen, zijn schoonouders, en zijn zwager en diens vrouw voorgesteld op een door Jan Mostaert geschilderde triptiek in het Museum te Bonn. (In E.W. Moes, Iconographia Batava (no. 130) wordt deze schilderij verkeerdelijk genoemd als voorstellende leden der familie van Alkemade).
Zie: Obreen, Gesch. gesl. Wassenaer 125.
Obreen