[Dozy, Reinhart Pieter Anne]
DOZY (Reinhart Pieter Anne), zoon van Dr. François Jacques en Sara Maria van Lelyveld, geb. te Leiden 21 Febr. 1820, overl. aldaar 29 April 1883. Na er het onderwijs van Dr. J.J. de Gelder genoten te hebben, studeerde D. te Leiden, voornamelijk onder Weijers, semitische letteren. In 1843 werd hij bekroond voor zijn antwoord op een door het Koninklijk Instituut uitgeschreven prijsvraag naar een lexicon van de namen der kleedingstukken bij de Arabieren. Dit lexicon verscheen onder den titel Dictionnaire détaillé des noms des vêtements chez les Arabes (Amst. 1845). In Maart 1844 was hij in de letteren gepromoveerd op een dissertatie Historia Abbadidarum (Leiden 1844); het geheele 1e deel verscheen ib. 1846 onder den titel Scriptorum Arabum loci de Abbadidis; (2e deel ib. 1852; 3e d. ib. 1863). In hetzelfde jaar huwde hij te Leiden (3 Juli) Maria Caroline van Goorden Oosterlingh (geb. Zaltbommel 10 Juni 1821) en vestigde zich te Leiden, waar hij in 1846 tot adjutor interpretis legati Warneriani werd benoemd; de toenmalige interpres was de hoogleeraar A.W.T. Juynboll. In 1853 kreeg Dozy, dank zij Thorbecke, de plaats van Peerlkamp, als buitengewoon hoogleeraar in de Middeleeuwsche en Nieuwe Geschiedenis, in 1857 werd hij gewoon hoogleeraar, wat hij tot zijn dood gebleven is. Als zoodanig toonde hij zijn voorliefde voor ‘histoire anecdotique’, waarmede hij zijne propaedeutische colleges kruidde.
De beide richtingen van Dozy's breed en grondig werk worden reeds door zijn eerste twee geschriften aangegeven: de arabische lexicographie en de geschiedenis van Spanje in de Middeleeuwen. Zijn Supplément aux dictionnaires Arabes (Leiden 1881, 2 tomes) onderscheidt zich van de overige door Europeanen geschreven arabische woordenboeken daardoor, dat het niet zooals deze een uittreksel uit arabische lexicographische werken is, maar het resultaat van uitgebreide eigen lectuur. Aan dit monument heeft hij jaren lang gearbeid; verwante kleinere werken waren de tweede, sterk uitgebreide editie van Engelmann's Glossaire des mots espagnols et portugais empruntés à l'arabe (Leiden 1869) en een verklarende lijst van oostersche woorden in het nederlandsch. Oosterlingen ('s Gravenh., Leiden, Arnhem 1867). Zijn onderzoek naar de geschiedenis van Spanje heeft twee belangrijke werken doen ontstaan, de Recherches sur l'histoire politique et littéraire de l'Espagne au moyen âge (Leiden 1849; 2e dr. ib. 1860) en de Histoire des Musulmans d' Espagne (Leiden 1861, 4 vol.). Dit laatste deed alle vorige werken op dit gebied verouderd schijnen en is tot nog toe zonder mededinger gebleven. De hulpmiddelen voor deze werken, grootendeels arabische teksten, heeft hij zelf, soms in samenwerking met anderen, gepubliceerd. Dozy's leerlingen waren Engelmann en de Goeje.
Zijn portret is door D.J. Sluyter gegraveerd voor den Leidschen Studentenalmanak van 1879 en door E. en A. Tilly in hout gesneden voor Eigen Haard 1883.
Zijn leven tot 1869 is beschreven door G. Dugat in zijn Histoire des Orientalistes de l'Europe (Parijs 1870) II, 44-65, waar tevens een bibliographie van Dozy's werken tot 1869. Zie verder: de Goeje in Jaarboek Kon. Academie 1883, 12-52; L. de Hartog in Mannen van beteekenis 1884, 263; Petit, Repertorium.
Wensinck