[Doreslaer, Samuel à]
DORESLAER (Samuel à) de oudste zoon van Abraham, geb. te Enkhuizen, gest. 5 Oct. 1653 te Delft. Hij kwam als proponent te Wervershoof in 1638, ging in 1645 naar Broek in Waterland, nadat hij in 1641 ook in legerdienst was geweest en stond van 1648 tot 1653 te Delft.
Hij schreef: Predikatie over de woorden I Regum IV vs. 1, gepast op de dood van de eerw. gods. hooghgel. Dionysius Spranckhuizen, in zijn leven getrouw Predikant der gemeente Christi te Delft (Delft 1650); en waarschijnlijk ook: Ooghwater, of wederlegging der Roomsche kerk aangaande 't verbodt van den drinkbeker in het Avondmaal aan de Leeken (Amst. 1655), al is dit werk door sommigen aan zijn jongeren neef Samuel, zoon van Isaac, proponent in 1667 te West-Vlieland, 1671 te Nieuwe-Niedorp, en omstreeks 1689 te Alkmaar gestorven, toegekend.
Zie: Veeris en de Pauw, Vern. kerkel. Alphabeth (Enkh. 1750) 60 v.; Kerkel. Handboek 1907, Bijl. 110; 1908, 108 vgl.
Knipscheer