vereenigd met het Dagblad v.Z.H. en 's Grav.) arbeiden met volle toewijding en nooit verzwakkenden ijver Redacteur van het binnenland en rechterhand van den hoofdredacteur bij de politieke leiding, werd hij eerst tijdens de ziekte en daarop na het overlijden van Lion met de hoofdredactie belast, die hij van 1873 tot zijn overlijden voerde. Degelijke stijl, actualiteit, vaste overtuiging en waardeerende vorm ook tegenover tegenstanders gaven aan zijn artikelen en aan het blad gezag en aan zijn persoon de achting zijner vakgenooten. Bij de oprichting van den Ned. Journalistenkring te Amsterdam kwam hij aanstonds in het bestuur. Gematigd, in liberaal-conservatieve richting, stond hij steeds voor zijn overtuiging; een heftige strijd om hem te bewegen, een standpunt te verlaten, dat hij in een vraagpunt van plaatselijken aard als het z.i. juiste had ingenomen, was vermoedelijk oorzaak van een hevigen aanval van een hartaandoening, die hem aan zijne schrijftafel overviel en in eenige uren een einde aan zijn leven maakte. Hij huwde te Utrecht 15 Nov. 1848 J.R.E. van Rijssen.
Zie: Leeskab. 1887, II, 50.
Calisch