1838 vice-president, 1845 president van den Hoogen Raad, en kreeg bij zijn aftreden (1855) den titel van minister van Staat. Hij huwde te Dordrecht 16 Mei 1803 met jkvr. Petronella Anthonia van Kessel geb. Dordt, dr. v. François v.K. en Cornelia Adriana Castendijk (overl. 1848).
Hij schreef: Bijdragen tot den Waterstaat der Nederlanden, bijzonder in opzigt tot zeker ontwerp van ... J. Blanken Jzn. en Kort noodzakelijk Vervolg daarop (beide Dordr. 1819); Vrijmoedige aanmerkingen op het ontwerp van Burgerlijk Wetboek (1819-20, 6 stukjes); Vrijmoedige gedachten over de tegenwoordige huishouding van Staat (Dordr. 1819-23, 3 stukjes); Over de theorie der straffen en het bewijs van straffen naar het ontwerp van het Strafwetboek der Nederlanden (Utr. 1827).
Zijn redevoeringen in de kamer zijn gedeeltelijk uitgegeven o.d.t.: Opinions annoncées ... lors de la discussion sur le projet de code de Commerce ... 1825-6 (Dordr. 1826) en Opinion ... sur le projet de loi sur l' organisation judiciaire (Bruxelles 1827).
Zijn portret is op steen geteekend door G.F. Eilbracht.
Zie: Hand. Letterk. 1858, 243; Handelsblad 2 Aug. 1858.
Breukelman