[Delenus, Gualtherus]
DELENUS (Gualtherus), de Laenus, of Wouter, Walter Deleen, van Delen, werd volgens een enkel bericht in Brabant, volgens de meeste te Alkmaar geboren. Daar er in 1496 ook te Egmond aan den Hoef een Wolterus Delenus vermeld wordt (zie Busken Huet en van Veen, Verslag van onderzoekingen naar Archivalia te Parijs ('s Grav. 1899) I, 124) is 't laatste het meest waarschijnlijk. Vermoedelijk ontstond het bericht, dat van Brabant spreekt, door 't feit, dat hij na verloop van tijd - wanneer is onbekend; misschien in verband met zijn overgang tot de hervorming in 1525? - zijn woonplaats naar 't zuiden des lands heeft verlegd, als valt op te maken uit de vermelding van zijn vriendschappelijken omgang met Henricus Agylaeus, den leider der reformatie te 's Hertogenbosch. Daarna is volgens Schoock Delenus voorganger geworden, eerst in 1540 van de geheime gemeente te Middelburg, in 1545 van die te Brugge. Maar, ofschoon deze schrijver meestal goed ingelicht is, bestaat hier toch reden tot twijfel over zijn mededeeling. Want als in 1540 te Londen bij Joh. Mayler onder den titel van: Testamentum novum Latinum, ad antiquissima Graecorum exemplaria castigatum (ex. in de Univ. Bibl. te Leiden), bij wijze van ‘Epithalamium’ ter gelegenheid van het huwelijk van koning Hendrik VIII van Engeland, van Delenus' hand een grondige herziening van de Erasmiaansche vulgaatvertaling verschijnt, is, blijkens titelblad en voorrede d.d. Dec. 1539, deze reeds te Londen woonachtig, en wel als ‘biblioscopus regis’.
Een gewichtige rol speelde hij in de geschiedenis van het ontstaan en de ontwikkeling der nederlandsche vluchtelingenkerk te Londen, die bij patent van 24 Juli 1550 van Eduard VI recht tot institueering en tot bijeenkomen in de Austin-Friarskerk ontving. Met Micron was hij in 't nederduitsche gedeelte ervan - de rest waren Walen - predikant, en tevens gaf hij in haar midden, in de meer wetenschappelijke ‘profetie’, lessen in de exegese van het Oude Testament. In 1553, toen de gemeente de wijk moest nemen om de troonsbestijging van Bloody Mary (1553-1558), begeleidde hij met zijn zoon Petrus de tweede groep van wegtrekkenden, die 26 Mrt. 1554 te Emden aanlandde. Daar heeft Delenus zich toen verdienstelijk gemaakt door 't geven van colleges in 't grieksch, met 't oog op de opleiding van dienaren des Woords voor de kruiskerken, en door zijn hulp aan de Bijbelvertaling van Wingius, zoodat Schoock wel niet ten onrechte naast zijn groote vroomheid ook zijn bijzondere geleerdheid prijst. Omstreeks midden 1559 keerde hij naar Engeland terug, waar de vluchtelingenkerk, in verband met het optreden van koningin Elizabeth, toen werd hersteld. Predikant schijnt hij er echter niet meer geweest te zijn; wellicht in verband met zijn zwakke gezondheid (Hessels, Ecclesiae Lond.-Batav. Archivum (Cantabr. 1889) II, no. 21, 24), wel ouderling. In 1563 schijnt hij, te gelijk met zijn zoon, aan de pest te zijn gestorven;