[Dedel, Beucquel]
DEDEL (Beucquel), was het vierde kind van Bruyn Dedel en van Baafje van Oudtheusden. Zijn grootmoeder van vaderszijde was Ida Bruynsdr. van der Dussen en die van moederszijde Maria Beukelsdr. van Santen, en beide behoorden tot welgestelde delftsche families. Hij was een lid der familie Dedel, die later eene eervolle plaats zou innemen onder het patriciaat van Amsterdam.
Hij was omstreeks 1645 als koopman te Nantes gevestigd, en hield zich aldaar hoofdzakelijk bezig met den verkoop van een toenmaals zeer belangrijk handelsartikel, walvischtraan, dat hij verkocht voor de rekening zijner delftsche verwanten, Bruyn Dircxs van der Dussen en Pieter van Santen, die weer in gemeenschap werkten met Gerard Welhouck. Hij had evenals zijne landgenooten veel te leiden van de jaloezie der Franschen, die te Nantes tot bloedige tooneelen voerde en trad op als afgevaardigde zijner collega's bij den gouverneur van Nantes, den maarschalk de La Milleraye.
Zie: E. van Biema, in Oud- Holland 1899, 204 vlg.
E. van Biema