[Crijnssen, Abraham]
CRIJNSSEN (Abraham), Krynsen, ook Querijnsen, vermoedelijk te Vlissingen geboren. In 1632 voerde hij het bevel over twee oorlogsschepen, door de gebroeders Adriaan en Cornelis Lampsius uitgezonden, om de duinkerker kapers te bestrijden. Hij onderscheidde zich niet minder bij de vernieling der spaansche vloot voor Duins en de zeegevechten tijdens de oorlogen met Engeland. In Dec. 1666 werd hem het bevel opgedragen over een zeeuwsch eskader van 3 oorlogsschepen en eenige kleinere vaartuigen, waarmede hij in Febr., onder eng. vlag, Suriname aan de Engelschen ontweldigde, een buit van ƒ 400.000 naar Nederland zond en een bezetting op het fort Zeelandia achterliet. Hij vertrok zoo snel mogelijk van daar, om Berbice en Essequebo van de Engelschen te hernemen. In Berbice gekomen, vernam hij echter, dat de kolonie niet in handen der Engelschen was geweest, daar hun aanval afgeslagen was en in Essequebo en Pomeroon zag hij, dat door de tijdige hulp van den commandeur Bergenaar, de holl. vlag weder wapperde. Hij bepaalde zich er dus toe, om in die laatste kolonie een goede bezetting met levensmiddelen en munitie achter te laten, benoemde de vaandrigs Baerland aan de Essequebo (fort Kijk Overal), en Snel aan de Pomeroon als commandeurs en stevende verder naar Tabago en St. Eustatius, welke beide eilanden hij heroverde. Te vergeefs zocht hij op Martinique fransche hulp. Voorts ging hij naar Virginië, van waar hij na vele roemrijke gevechten en na grooten buit op de Engelschen behaald te hebben, reeds in October van hetzelfde jaar 1667 in Nederland terugkeerde. C. en zijne scheepskapiteins werden voor dezen kloeken en gelukkigen tocht met gouden medailles en bevordering beloond. Ook in 1669 maakte hij zich in een gevecht tegen de Algerijnen
verdienstelijk, doch na dien tijd wordt hij niet meer genoemd.
Zie: de Jonge, Ned. Zeewezen, reg.; Hartsinck, Beschrijving van Guyana (Amst. 1770) II, 585; v. Sijpesteijn, Beschrijving van Suriname (den Haag 1854) 8; Wolbers, Geschiedenis van Suriname (Amst. 1861) 40; Netscher, Geschiedenis van de Koloniën Essequebo, Demerary en Berbice (den Haag 1888) 78; A.a Westhuysen, Waerachtich Verhaal van de heerlijke overwinning van Pirmeriba en de Reviere Seraname ... nevens 't weder veroveren van Ysequepe, Boumerona en Tabago onder het commando van den Commandeur Crijnsen ('s Gravenhage 1667; koloniale bibl., 's Gravenhage).
Mulert