[Cranenburg, Henricus van]
CRANENBURG (Henricus van), gest. te Rotterdam 22 Aug. 1624, vervaardigde een lofdicht ter eere van Pieter Carpentier, rector der latijnsche school aldaar, in diens Elegantiorum latinae linguae orationum ramus aureus (Rott. 1604) en een op J. van de Velde in het 3e deel van diens Spiegel der Schrijfkonste (Rott. 1605), waaronder hij zich Scholae Rott. didasc. primus noemt. In 1606 volgde hij daar Philips Lasson als conrector op, kreeg 7 Mei 1613 verhoogd salaris en nam gedurende de ziekte van Carpentier het rectoraat waar, tot in 1620 Jacob Beeckman als. rector werd benoemd, zelve na zijn dood in het conrectoraat opgevolgd wordende door Is. Beeckman. Hij schreef nog een Epithalamium in nuptias Cl. D. Jacobi Arsenii J.U.D. (Rott. z.j.) berustend op de kon. bibl. te 's Gravenhage.
Zie: Rott. Historiebladen 2e Afd., I (Rott. 1876), 632, 634 en Oud-Holland XXII (1904) 16, 18.
de Waard