[Coenen, Hendrikus Albertus Diederikus]
COENEN (Hendrikus Albertus Diederikus), geb. te Maarssenbroek (Utrecht) 21 Febr. 1818, overl. te Zutphen 3 Mei 1907, zoon van Hendrik Arend Albert Coenen en Hendrika van Kuyk, vestigde zich in 1848 als steenfabrikant uit Boxtel te Zutphen, waar hij in 1851 lid van den gemeenteraad en in 1853 wethouder werd. Van 13 April 1865 tot 1 Oct. 1894 was hij burgemeester van Zutphen. Coenen werd in 1866 lid der Prov. Staten van Gelderland en was van 1870 tot 1896 lid der Eerste Kamer. Hij was één der oprichters van de Westphaalsche Spoorwegmaatschappij (lijn Zutphen-Winterswijk). Onder het bestuur van Coenen werden te Zutphen de vestingwerken gesloopt, kwam in 1874 de gasfabriek, eerst in particuliere handen, aan de stad en werden de ‘waarrechten’ afgeschaft, waardoor sinds 1866 de gemeenteweiden publiek worden verpacht, hetgeen een groot voordeel aan de gemeente oplevert. Ook werd eene veemarkt gebouwd, de Noorderhaven aangelegd en eene waterleiding in werking gesteld, terwijl het aantal lagere scholen werd uitgebreid, een H.B.S. gesticht en het gymnasium hervormd werd. Hij huwde 16 Aug. 1855 Louise Charlotte Elisabeth Marie barones van Ittersum (overl. 30 Nov. 1900).
Coenen heeft veel gedaan voor de verfraaiing van Zutphen. Het ‘Coenenspark’ is naar hem ge-