[Clemens, Herman Gideon]
CLEMENS (Herman Gideon), geb. te Groningen 20 Aug. 1701, overl. te 's Hertogenbosch 3 Febr. 1772, studeerde te Utrecht sedert 1722, werd beroepen als predikant te ter Aa in 1725, te Tholen 1727 en te 's Hertogenbosch 1737. In 1738 werd hij tevens hoogleeraar in de theologie aan de illustre school. Hij schreef verschillende theol. en stichtelijke werkjes, doch is het meest bekend geworden door den aanval van zijn college, Joannes van Alphen, in 1757 op zijn rechtzinnigheid in zake het leerstuk der rechtvaardigmaking. Deze v. Alphen, van 1749 tot zijr dood in 1762 predikant te 's Hertogenbosch, sedert 1760 hoogleeraar in de gewijde welsprekendheid en ook bekend als de leermeester van den tot de gereformeerde religie bekeerden dominicaan Johannes Wuyts in 1753 (zie Ypey en Dermout, Gesch. der Nederl. Herv. Kerk IV, 91) viel Clemens in een preek, geh. 21 Dec. 1757, scherp aan. Een hevig geschil en groote beroering ontstonden en zoo werd den Bosch betrokken in de twisten over de rechtvaardiging, welke in de 18e eeuw hebben gewoed. Door toedoen van den Raad van State is in Aug. 1758 het geschil bijgelegd of liever uitgedoofd.
Clemens gaf verschillende preeken uit; zie daarvoor: C.R. Hermans, Geschiedenis der Illustre en Latijnsche Scholen (Amst. 1852) 28; Glasius, Godgeleerd Nederland i.v.; v. Langeraad en de Bie, Prot. Vaderl. II, 80. Van eenig belang is nog, wegens de historische aanteekeningen zijn: Redevoering by de plegtige inwijding van stadhouder Willem V ('s Hertogenb. 1766).
Zie: A. Velingius, Redevoering over de Illustre schoole van 's Hertogenbosch enz. ('s Hertogenb. 1760) 89 vlg.; W. Meindersma, Het Bossche Geschil enz. in Stemmen voor Waarh. en Vrede 1910, 1081-1095.
Meindersma