[Cleerens, Johannes Baptista]
CLEERENS (Johannes Baptista), geb. 27 Aug. 1785 te Antwerpen, overl. 15 April 1850 te Ambon, zoon van Jan Baptist en Catharina Isabella Begoden. Trad in 1808 in militairen dienst en maakte onderscheidene veldtochten in Spanje mede; in 1814 in Nederland teruggekeerd, werd hij in Febr. 1815 benoemd tot onderinspecteur bij de militaire administratie, ging in dien rang over bij het O.-I. leger en kwam 30 Aug. 1817 te Batavia aan. 26 April 1821 werd C. bevorderd tot luitenant-kolonel, adjudant van den gouv.-generaal en 31 Dec. '25 tot kolonel. In die rangen nam hij deel aan de krijgsverrichtingen gedurende den Java-oorlog 1825-30, na afloop waarvan hij met verlof naar Nederland vertrok. 28 Jan. 1831 werd C. benoemd tot chef van den staf der 1e divisie van het leger te velde en 6 Oct. van dat jaar eervol als zoodanig ontslagen. In Nov. 1831 werd hem het formeeren van een korps jagers opgedragen onder den naam ‘Jagers van Cleerens’, dat 20 Jan. '32 mobiel werd verklaard. Na zijn bevordering tot generaal-majoor-titulair, 27 Mei 1835, begaf C. zich met het door hem opgerichte corps opnieuw naar Indië en voerde korten tijd te Weltevreden daarover het bevel. 26 Febr. '36 werd C. benoemd tot commandant ter Westkust van Sumatra, beantwoordde niet aan de van hem gekoesterde verwachtingen en werd dan ook 31 Mei 1837 van dat commandement ontheven en in hetzelfde jaar gepensionneerd met het pensioen van kolonel. In 1846 werd Cleerens benoemd tot gouverneur der moluksche eilanden, welke betrekking hij tot zijn dood bleef vervullen. Hij was 10 Jun. 1831 gehuwd met Josephine Catharina Clara Cassa.
Zie: P.J.F. Louw, De Java-oorlog van 1825-30, I (1894) 326-327, noot; Monitor, Indische militaire belangen (1875) 45.
Muller