raad van den keurvorst en stemde in het begin van 1575 toe, terwijl de protestantsche theologen haar en den Prins geruststelden ten opzichte van de geldigheid van het huwelijk, ook zoolang de van overspel overtuigde prinses Anna nog leefde (vgl. kol. 151). Zij huwden 12 Juni 1575 te Brielle; het huwelijk, waarvan het contract 25 Juni werd geteekend, werd ingezegend door den hofprediker Taffin. Zeven jaren lang heeft zij met den Prins lief en leed gedeeld, door ieder, die haar kende, geacht en bemind om haar lieftallig en toch krachtig karakter, geprezen om haar vroomheid en moed; de spaansche partij bleef echter in haar steeds de ‘verloopen non’ zien en minachten, gelijk ook vele katholieken tot in onzen tijd haar en den Prins ook om deze reden zoowel als om het feit van het huwelijk zelf, nog tijdens het leven van prinses Anna, laken.
Zij schonk den Prins en zijnen kinderen uit diens vorige huwelijken een gelukkigen huiselijken kring en steunde haren echtgenoot in diens moeilijkheden. De verzoening met haren vader had in 1579 plaats. Bij den aanslag van Jean Jaureguy op den Prins te Antwerpen (18 Maart 1582) gedroeg zij zich heldhaftig en omringde den gewonde met alle denkbare zorgen, hem nacht en dag niet verlatend. De bovenmatige inspanning en de tijdens de herhaaldelijk uiterst hachelijke genezing ondervonden angsten sloopten hare krachten en, nog vóór de Prins geheel hersteld was, is zij bezweken. Zij liet zes dochters na en werd in de hoofdkerk te Antwerpen begraven. In 1581 heeft Hendr. Goltzius haar portret gegraveerd.
Een aantal harer brieven is opgenomen in Groen's Archives de la Maison d'Orange-Nassau, V-VIII. Haar leven werd uitvoerig beschreven door J. Delaborde, Charlotte de Bourbon, Princesse d'Orange (Paris1888); vgl. ook Naber en de Neve, Vorstinnen uit het Huis Oranje-Nassau (Haarlem 1901) 24.
Blok