eerst 19 Aug. d.a.v. werd het bestuur van den britschen gouverneur overgenomen. Voor de werkzaamheid der comm.-gen. zie bij het artikel ‘C.Th. Elout’ in dit deel. Als comm. der zeemacht en door afwezigheid kon B. echter niet altijd daaraan deelnemen. In Juli 1817 werd B. met souverein gezag gecommitteerd naar Amboina, Saparoea en omliggende eilanden, ten einde aldaar de rust te herstellen, van welke opdracht hij zich met succes kweet; 5 April 1818 keerde hij van zijne zending terug. Toen aan het eind van 1818 de werkzaamheden der commiss.-gen. waren afgeloopen, keerde B. met Elout aan boord van de ‘Admiraal Evertsen’ naar Holland terug, maar ter hoogte van het eiland Diego Garcia werd schipbreuk geleden; door eene amerikaansche brik werden de opvarenden gered; eerst 29 Nov. 1819 was B. in Holland terug. Sedert was hij in verschillende commissies en functies werkzaam. In Juli 1827 werd hem de rang van vice-admiraal verleend.
B. was 9 Febr. 1794 te Enkhuizen gehuwd met Eva Clasina van Romond, geb. te Enkhuizen 27 April 1769, overl. 22 Oct. 1841 op den huize Klein Endegeest bij Oegstgeest, dochter van Mr. Jan van Romond, burgemeester van Enkhuizen en van Catharina Semeyns. Uit dit huwelijk sproot een zoon, Pieter (kol. 530).
Zijn portret is op steen geteekend door L. Springer.
Zie: M.A.v. Rhede van der Kloot, de Gouverneurs-Gen. enz. 1610-1688 ('s Gravenh. 1891) en de aldaar opgegeven bronnen; verder: J.J. Meinsma, Geschiedenis van de Ned.-O -I. bezitt. II ('s Gravenh. 1873) 133, 157; J.J. Backer Dirks, de Ned. zeemacht in hare verschillende tijdperken geschetst ('s Gravenh. 1890) II, 726; Tijdschrift voor Ned.- Inaië (P. Myers kroniek) 3e reeks, II, 345.
Rooseboom