Cunaeus in een lijkrede zijn lof. Zijne vrouw, Adelheid van Middelburch, uit aanzienlijk zwolsch geslacht, schonk hem meerdere kinderen, van wie Gerardus (24 Apr. 1620 te Leiden gepromoveerd) zich als rechtsgeleerde onderscheidde. Een andere zoon is Johannes (kol. 473). Een bepaalde school vestigde hij niet, zijn bekendste leerlingen zijn zijn latere ambtgenooten Swanenburg en Pijnacker. Toch neemt hij door zijne geschriften onder onze romanisten een eervolle plaats in. Van veel grooter waarde echter is het door hem opgesteld, en van Maart 1591 tot April 1627 loopend, verhaal van de gebeurtenissen aan de leidsche universiteit, waaruit wij niet alleen voor zijn eigen leven veel belangrijks kunnen putten, maar ook over tal van geleerden nieuwe gegevens vinden.
Geschriften: Diarium sive Adversaria omnium quae gesta sunt in academia Leydensi (uitg. J.C. van Slee, Werken Hist. Gen. te Utrecht, 3e serie, no. 12); ΕΝ ΑΝΤΙΟΦ ΑΝΩΝ centuriae IV et conciliationes eorundem; Centuriae duae miscellanearum iuris controversiarum sive ΕΝ ΑΝΤΙΟΦ ΑΝΩΝ, et conciliationes eorundem (later te zamen als ‘centuriae sex herhaaldelijk gedrukt: 1594, 1598, 1602, 1615, 1621, 1695); Methodus Feudorum (Lugd. Bat. 1613, herdrukt als Ev. Brochorstii JCti. Methodus feudorum, IV publicis disput. in illustri Academ. Ultraj. repetita notisque et moribus illustrata autore et praeside Cypr. Regneri ab Oosterga (Ultraj. 1652); In titulum Digestorum de diversis regulis iuris antiqui enarrationes (Francof. 1608; Lugd. Bat. 1624; herhaaldelijk, ook in Duitschland, herdrukt); Tractatus brevis perspicuus et succinctus de privilegiis Studiosorum, tum Professorum et Doctorum (Lugd. Bat. 1621; herdrukt achter de Centuriae); Aphorismi politici et militares ex diversis authoribus Graecis et Latinis per Lamb. Danaeum collecti, ab Ev. Bronch. exemplis illustrati (Lugd. Bat. 1623); in verschillende dezer uitgaven zijn opgenomen zijn rede de Studio juris recte instituendo en die de Laudibus Jurisprudentiae, in 1597 gehouden bij de promotie van C. Pijnacker.
Zijn gegraveerd portret komt voor in de Icones der leidsche universiteit.
Zie: de uitg. v.h. Diarium door v. Slee; Siegenbeek, Gesch. Leid. Hoogesch. I, 210; II, T. en B., 72-73; P. Cunaeus, Oratio in exequiis V.C. Ev. Br. (1627) (in diens Orat. varii arg. XIV; herdr. in de uitg. der Centuriae van 1695, en bij Witten, Mem. JCt. nostri seculi (1676) 126-136); Fockema Andreae, Inl. v.H. de Groot x-xi; Boeles, Friesl. Hoogesch. II, 68.
van Kuyk