[Bosboom, Symon]
BOSBOOM (Symon), bouwmeester en steenhouwer, geboren te Emden in 1614, gestorven te Amsterdam in 1662. Hij heeft in Engeland en aan het hof van den keurvorst van Brandenburg vertoefd. 22 Febr. 1651 is Bosboom als ondermeester-steenhouwer door de stad Amsterdam in dienst genomen, en 27 Juni 1653 als meestersteenhouwer in de plaats van Willem de Keyser gekomen. Hij heeft dit ambt tot zijn dood bekleed.
Cornelis de Bie, die in 1661 het Gulden Cabinet te Antwerpen deed verschijnen, zegt van Bosboom: ‘Daer den grooten constbarenden gheest Simon Bosboom een groote ghetuyghen van gheeft, als te sien is aen alle sijn Beelden, die van hem ghesneden ende aen het nieuw Stadts-huys van Amsterdam te vinden sijn, waer in uytghestort is alle de aenghename ende uyterste volmaecktheyt, die een Beeldthouwer in houdt ofte steen can voortbrenghen. 't Is waer dat Simon Bosboom niet alleen de eer en mach toegeschreven worden van alle de steenen Beelden, Parcquementen, Ovale formen, Loofwercken, Phistonen, Ballusters, Pillaren en sulckdanige ontallijcke bijwercken die daer te sien sijn, ghemaeckt te hebben, daer Aertus Quellinus met sijne Neven oock den lof en roem van draghen’. Dat de Bie hier sterk heeft overdreven, en aan Bosboom een veel minder belangrijk deel van het groote werk werd toegewezen, is door de jongste onderzoekingen gebleken. Tot 1653 heeft Willem de Keyser de ornamenteele beeldhouwwerken gemaakt. Na dien tijd, toen Bosboom aan het hoofd der stads-steenhouwerij stond, leverde Quellinus de modellen. Bosboom is het meest bekend door zijn boek: Cort onderwijs van de vijf Colommen, uyt den scherpzinnigen Vincent Schamozzy getrocken, dat in 1670 bij Justus Danckerts het licht zag en dikwijls is herdrukt. Waarschijnlijk is de uitgave van dit werk bezorgd door zijn zoon Dirck (kol. 430). Het portret van Symon Bosboom, naar Nicolaas de Helt Stocade door Pieter de Jode gegraveerd, is opgenomen in het Gulden Cabinet boven vermeld.
Weissman