te wachten en hem van kant te maken. Toen de Witt tegen 12 uur vergezeld van zijn knecht uit de vergadering kwam, werd hij aangerand, op den grond gesmeten en gewond. De aanranders meenende dat hij dood was, namen de vlucht. Jacob van der Graaf werd gegrepen en op 29 Juni 1672 onthoofd. Borrebagh hield zich schuil tot na den moord op de de Witten op 20 Augustus 1672. Zijne vrouw Cornelia verzocht toen aan prins Willem III om protectie, ten einde niet door de ontzetting van haar echtgenoot met hare kinderen tot den bedelstaf gebracht te worden. De prins beval daarop, op 1 October 1672, uit het leger bij Zwammerdam, de dispositie van het ambt op te houden, zoodat Borrebagh het postmeestersambt in 's Gravenhage behield, zonder vervolgd te worden voor zijn hoofdaandeel in den bedreven aanslag.
Zie: E. van Biema, Het een en ander omtrent het oude Haagsche Postwezen in die Haghe 1907, 151.
van Biema