[Booms, Adriaen Sebastiaanse]
BOOMS (Adriaen Sebastiaanse), Boom of alleen Adriaen Sebastiaanse, gest. te Nieuwerkerk op Duiveland ± 1603, had zich gedurende zes jaren in de propositiën geoefend en was, mede blijkens 2 Sept. 1577 te Norwich door M. Panneel geteekende attestatie, bekwaam gevonden tot het predikambt. Het volgende jaar was hij reeds als predikant werkzaam te Halstead, verscheen met den ouderling Pieter van Merre op het 10-16 Sept. 1578 gehouden colloquium om daarvan verklaring te geven, terwijl hem daar tevens een beroep naar Vlaanderen werd aangeboden. In Engeland werd ook zijn zoon Eduard (die volgt) geboren. Omstreeks 1584 kwam hij echter in dienst als eerste predikant te Nieuwerkerk, als zoodanig met Henricus Brandt als gedeputeerde verschijnende op de 3 Dec. 1585 gehouden vergadering te Reimerswaal in zake de bezwaren t.o. van Gerard Pauli; 20 Juni 1586 onderteekende hij de acta der nationale Synode, gehouden te 's Gravenhage, verscheen met Anth. Laur. Stamperius op de buitengewone Synode te Middelburg 19 en 20 Oct. 1593 en predikte 23 Mei 1599 voor het eerst te Colijnsplaat, waar zijn zoon weldra predikant werd. B's weduwe, Grietken Kryeckels, kan een dochter of zuster geweest zijn van Jan de Crekele, eersten predikant te Wolphaartsdijk.
Zie: te Water, Reform. van Zeeland (Midd. 1766) 251, 252 en bijlage, 76-78; Navorscher XXXVII (1887) 338, 517; Algem. Nederl. Familieblad XII (1895) 126, 228-230, en Reitsma en van Veen, Acta V, 15, 35; Hessels, Eccl. Lond. Bat. Arch. IV, register i.v. ‘Sebastiaenssn.’
de Waard