generatie, die onmiddellijk aan de zoogenaamde haagsche school voorafging. Hij neemt een gewichtige plaats in tusschen de Hollanders van dien tijd om de kundigheid en de technische macht in zijn werk, maar bovenal als romanticus van het landschap. Een landschap van Bilders is een compositie; deze vergenoegde zich niet met het schilderen van een onwillekeurig uit de natuur gekozen geval, hij verdichtte gaarne wat zijne oogen waarnamen. De eiken waren voor hem de reuzen van het woud; het dichte gebladerte van struiken en boomgewas hoorde hij vol van geheimzinnig gefluister; een oud kasteel, waar de raven hun schuilplaats vinden sprak van lang vergane tijden; de heidevlakten waren hem de terreinen der weidschheid, waar de geruchten der eenzaamheid verstuiven door het vrije spel van den wind. De geest van zijn kunst wordt gekenmerkt door een neiging om uitgestrekte streken van uit de hoogte te zien en de boschtafereelen het uitzicht te geven van den natuurstaat. Aan verfijnd kleurgevoel heeft hij een tekort bij het geslacht, dat na hem kwam; zijn grootschheid is niet vrij van het melodramatische, maar de bouw van zijn tafereelen steunt op zulk een gezond begrip van groote lijnen, zijn schildering was zóó breed en kernachtig, zijn geheele voordracht zóó bezield en overtuigd, dat zijn verschijning in de hollandsche school der 19de eeuw, steeds van aanzienlijk gewicht zal blijven, en wellicht later zal blijken in onzen tijd wel wat onderschat te zijn.
Naar aanleiding van de nagebleven studies, aanwezig op de veiling van het atelier zijner vrouw, zegt mej. Marius in haar werk over de 19de eeuwsche hollandsche schilderkunst, dat er daaronder waren, ‘die in haar scherpe kleuranalyse naar het zeer moderne neigden, waar geen bituum, waar geen bruine sausen de openheid van den indruk schaadden’.
Welbekend en beroemd zijn verschillende houtskoolteekeningen die hij maakte, omstreeks 1870 beginnend, en waarin zijn dichterlijke opvatting en kloeke uitvoering zich ruim ontplooiden. Rochussen heeft meermalen zijn landschappen gestoffeerd. Vele particuliere verzamelingen en de meeste hollandsche musea bezitten van zijn schilderijen.
Hij huwde 15 Apr. 1880 Maria Philippina van Bosse. Zijn portret als jonge man staat bij Immerzeel, dat op ouden leeftijd bij Joh. Gram, Onze schtlders in Pulchri Studio.
Zie: Immerzeel, in voce; G.W. Marius, Holl. Schilderk. in de XIXde eeuw 160; C. Vosmaer, Onze hedendaagsche schilders afl. VII; Het Schildersboek red. M. Rooses 95; Kramm 55.
Steenhoff