[Bendorp, Johannes Christiaan]
BENDORP (Johannes Christiaan), geb. te Dordrecht 1 Jan. 1766, gest. aldaar 13 Nov. 1849, zoon van Carel Frederik Bendorp (1) en Elisabeth de Haas. Hij was een beeldend kunstenaar van meer dan gewone beteekenis. Hij leerde de teeken- en schilderkunst onder leiding van Dirk Langendijk te Rotterdam, waar hij van 1769 tot 1780 woonde. Na den dood zijner moeder ging hij met zijn vader weder naar Dordrecht, maar bleef de vriendschap met Langendijk steeds onderhouden. Door eigen oefening heeft hij zich ook tot een bekwaam graveur gevormd, wiens werk zeer gezocht was. Ook de opkomende lithographie beoefende hij met goed gevolg. Behalve in de kunst was hij ook bedreven in allerlei wetenschappen, vooral wiskunde, bouwkunde, natuur- en werktuigkunde. Zijn groote verdiensten op allerlei gebied werden 1824 erkend door zijne benoeming tot correspondent der vierde klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Kunsten en Wetenschappen.
In de plaats zijner inwoning bekleedde hij verschillende eervolle betrekkingen. In het verleenen van hulp aan behoeftigen en rampzaligen was hij onvermoeid. Een zoo veelzijdig begaafd mensch als Bendorp was, werd dan ook algemeen betreurd, toen na een plotselinge maar hevige ongesteldheid de nog zoo krachtige grijsaard uit het leven werd weggerukt. Het kunstenaarswerk van Bendorp is buitengewoon omvangrijk; teekeningen, gravures naar anderen of van eigen vinding, steengravures, vignetten voor tallooze boekwerken, altijd even smaakvol van schikking, boek-, prenten (o.a. vele in den Nederl. Muzenalmanak), zij zijn in verbijsterend aantal te vinden, de vrucht van een meer dan 60 jaren lange onverdroten werkzaamheid. Bendorp was gehuwd met Cornelia Heymans, uit welk huwelijk slechts één zoon Carel Frederik (2) geboren werd. Zijn portret staat bij Immerzeel. Door zijn zoon C. Fr. Bendorp geschilderd is het in het museum te Dordrecht.