geven en bezat hij een plantentuin in den Haag, waarvan door Kiggelaar in 1690 een catalogus werd uitgegeven en waarvan de hortus medicus te Amsterdam een groot gedeelte verwierf. Linnaeus prees Beaumont wegens zijn verdiensten ten opzichte der plantkunde en het invoeren van vele vreemde gewassen. Hij was 10 Febr.
1667 te 's Gravenhage gehuwd met Cornelia van Strijen, geb. Haarlem 20 Dec. 1648, overl. 13 April 1697, dr. van den haarl. pensionaris Mr. Adriaen van S. en Catharina Kerkrinck, die hem acht kinderen schonk, waarvan zich bekend maakten: Herbert, geb. 1672, ongehuwd overleden in 1730, raadsheer in het hof van Holland en Mr. Philip Quirijn, geb. 1676, overl. Delft 23 Juni 1728, raad, schepen en pensionaris van Delft.
Zie: Balen, Beschrijv. v. Dordrecht 936; Tideman, Inl. voor de Gedichten van Simon van Beaumont xiv; Algem. Konst- en Letterbode 1845, II, 34 en 354 vlg.; Kesteloo, de Stadsrek. van Middelburg VI (ald. 1900) 78.
van Dalen