Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 181]
| |
ricus (kol. 179) Hij werd 6 Mei 1726 te Leiden als jur. stud. ingeschreven, 1727 te Utrecht en promoveerde aldaar 12 Mrt. 1728 op een Diss. de Milliario aureo ad leg. 154 Dig. de Verb. sign. Hij volgde 1728 J.F. Reitz als conrector aan de latijnsche school te Utrecht op, ging Oct. 1737 als rector naar Gouda, 1741 als zoodanig naar Delft, en Nov. 1745 als rector naar Amsterdam. Hij aanvaardde deze rectoraten met de redevoeringen resp. te Gouda pro Latina eruditorum lingua (1737), te Delft de Graeca Latini sermonis origine Graiaque eruditorum Romanorum lingua (1741) en te Amst. de Mercurio facundiae et mercaturae praeside, 24 Jan. 1746 uitgesproken. Bekend is A. als uitgever van Dion. Catonis Disticha de Moribus (Utrecht 1735, ed. 2 Amst. 1754). In de voorrede der 2 ed. spreekt hij van zijn plannen voor een uitgave van Hegesippus (de lat. vertaling van Flavius Josephus' Bellum iudaicum), waarvan aanteekeningen in hs. later bij zijn broeder Jo. Henr. berustten. Arntz. was 5 Jan. 1729 gehuwd met Adriana Petronella Monck, ged. te Utr. 30 April 1706, overl. te Utr. 30 Jan. 1773, dr. van Mr. Pieter en Agneta van Laar (zijn neef Hendrik Jan maakte in 1755 een gedicht op hun 25-jarig huwelijk). Van de 10 kinderen uit dit huwelijk volgt Pieter Nicolaas. Zie: Saxe, Onom. VI, 522; Bouman Gesch. Geld. Hoogesch. II, 133; Ekker, Hieronymusschool II, 37. Molhuysen |
|