[Apostool, Cornelis]
APOSTOOL (Cornelis), geb. Amsterdam 6 Aug. 1762, overl. 10 Febr. 1844. Hij was een dilettant in de kunst. Onder leiding van den landschapschilder Hendrik Meijer had hij zich geoefend en nadat hij dezen op zijn tweede reis naar Engeland gevolgd was, had hij daar in 1791, 1793 en 1794 eenige reeksen aquatinten naar oudhollandsche schilderijen en Select views in the South of France uitgegeven, maar de beoefening van kunst was bij hem geen hoofdzaak. Hij reisde veel in Frankrijk en in Italië.
Gedurende zijn verblijf in Engeland wist hij het verkrijgen van voordeelen ten behoeve van den hollandschen handel te bewerken; hij werd ter belooning zijner verdiensten benoemd tot commissaris-generaal van den handel in Engeland. De oorlog van 1795 maakte spoedig een einde aan zijn werkkring. Hij werd vervolgens door de regeering benoemd tot commissaris voor de krijgsgevangenen. Zijne bemoeiingen om het embargo te doen opheffen, vóór de oorlogsverklaring gelegd op hollandsche schepen, wekten het misnoegen der engelsche regeering, zoodat hij zijn paspoort kreeg. Twee jaar na zijn terugkeer in Holland kreeg hij eene benoeming tot secretaris van de regeering in Nederlandsch Indië; van het daadwerkelijke bekleeden van dien post kwam echter niets. Op 2 Febr. 1807 solliciteerde hij voor secretaris-generaal van Schoone Kunsten. De secretaris-generaal Hultman ondersteunde zijne sollicitatie en gaf een zeer gunstig oordeel over hem. De Koning was echter van meening dat een secretaris-generaal overbodig was. Ten slotte werd Apostools verlangen verwezenlijkt; het Kon. Besluit van 25 Aug. 1808 benoemde hem tot directeur van het Kon. Museum. In 1809 werd hij lid der vierde klasse van het Hollandsche Instituut en in 1814 bestuurder van het Koninklijk Museum van schilderijen, oudheden enz. te Amsterdam. Het volgend jaar werd hij benoemd tot commissaris om de door de Franschen uit Nederland weggevoerde schilderijen en prenten van Parijs terug te halen. Vervolgens werd hij tot toegevoegd lid bij de Koninklijke Akademie der Schoone Kunsten te Antwerpen verkozen en in 1820 aangesteld tot lid van den Raad van Bestuur bij de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. In het Rijksmuseum te Amsterdam hangt zijn door Ch.H. Hodges geschilderd portret. A.
Waldorp en Jobard hebben het op steen geteekend.
Zie: E.W. Moes en Ed. van Biema, de Nationale Kunst-Gallery en het Koninklijk Museum (Amst. 1909) 130 vlg.
van Biema