[Anhalt, Benjamine Gertrudis vorstin van]
ANHALT (Benjamine Gertrudis vorstin van), geb. Keyser of Keyzer, geb. te St.-Stevensweert en ged. 1 Jan. 1729, dochter van Jan Keyser, plaatsmajoor van St.-Stevensweert, en van Mechtild Randax. Zij huwde wettig volgens het toenmaals vigeerend kerkelijk recht en volgens het voorschrift der Staten-Generaal omtrent huwelijken van millitairen met Karel Lodewijk, 2en zoon van Victor Amadeus Adolf, regeerend vorst van Anhalt-Bernsberg, en van diens eerste vrouw Charlotte Louisa gravin van Isenburg (Birnstein). Wat de wet van het land voor de militairen betreft, die voorschreef dat zij zonder uitzondering voor een predikant moesten trouwen, ook hieraan werd voldaan door het huwelijk voor den predikant van St.-Stevensweert Willem Mobachius 25 Maart 1748, terwijl het katholiek huwelijk 26 Maart 1748 plaats had en werd ingeboekt na een onderzoek door den officiaal van het Bisdom Roermond, Petit (achter een akte van 29 Jan. 1751). Ondanks dit tweemaal bekrachtigd huwelijk en de geboorte van een dochter Victoria Hedwigis 16 Jan. 1749 (zie hieronder), beweerde de prins, dat hij misleid was, na zijne vrouw reeds voor de geboorte van het kind te hebben verlaten. Nu volgde een proces voor den Hoogen Raad te 's Gravenhage, dat 7 jaren duurde en eindigde 26 Juli 1757 met een vonnis waarbij het huwelijk nietig werd verklaard. Benjamine werd met al haar vorderingen afgewezen en de prins veroordeeld om zijn dochter tot op haar 18e jaar jaarlijks 700 Ned. gulden opvoedingsgeld te doen geworden. In een latere uitspraak van 2 Nov. 1761 werden Benjamine andermaal hare eischen ontzegd. Volgens de Neue genealogisch-historische Nachrichten van 1762 zou de prins voor den krijgsraad der Vereenigde Nederlanden zijn
proces hebben gewonnen. Na zijne echtscheiding hertrouwde hij 16 Dec. 1765 met Amalia Eleonora, gravin van Solms-Braunfels, en stierf als vorst van Anhalt 20 Aug. 1806.
Een der voornaamste grieven tegen Benjamine was de beschuldiging, dat zij in 1752 met den kolonel Jan Hendrik van Maronde naar Brussel zou zijn gereisd, daar met hem gehuwd en andermaal moeder geworden. Zij werd daarop gevangen genomen, bevrijdde zich met geweld uit de gevangenis, vluchtte over de fransche grenzen, werd bij resolutie van 6 Dec. 1762 bij verstek veroordeeld en voor eeuwig uit het land gebannen, terwijl de Maronde van zijn militaire ambten ontzet werd. Te Parijs trad Benjamine als vorstin van Anhalt op, zonder veel middelen daartoe te hebben, terwijl zij met behulp van haar zuster Caroline haar kind opvoedde. Het jaar van haar dood is onbekend.
Zie: J.J. Habets, Twee Vorstinnen uit Stevensweert in Public. Limbourg (VII) 1870 413-419.
Flament