[Anderlecht, Andries van]
ANDERLECHT (Andries van), een persoon van adel en, te oordeelen naar zijn naam, waarschijnlijk uit Brabant afkomstig. Hij begon zijn loopbaan in het gevolg van den gelderschen stadhouder Charles de Brimeu, graaf van Megen. In 1566 verried hij aan Margaretha van Parma, tot wie hij door zijn meester met berichten was gezonden, geheimen der heeren, met wie Megen het aanvankelijk eens was. Deze dienst heeft hem vermoedelijk de bescherming en gunst der brusselsche regeering verschaft. In 1568 werd hij landdrost van het graafschap Zutphen en omstreeks denzelfden tijd super-intendent of landdrost van het verbeurd verklaarde graafschap Berg, in welke hoedanigheid hij het huis Berg dapper tegen de aanvallen der Geuzen verdedigde. In 1572 werd hij bovendien benoemd tot commandant van het garnizoen van Tiel en in het volgende jaar tot luitenant van den stadhouder Barlaymont. Kort daarna moet hij de spaansche zijde verlaten hebben: althans in 1577 heeft hij de hand gehad in de verrassing van Grave, maar naar alle waarschijnlijkheid is hij naderhand weder van partij veranderd. Hij was het type van een avonturier: dapper, maar gewetenloos. Hij had tot vrouw Judith van Sallandt, dochter van den arnhemschen schepen Wynandt van Sallandt en Lubberta van Ossenbroeck, en had bij haar verscheidene zonen.
Zie: Gelre. Bijdr. en Meded. II, 331; III, 275; V, 157; VIII, 113 en de daar aangehaalde literatuur.
van Veen