Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 124]
| |
te Orléans bevorderd tot licentiaat in de beide rechten, praktiseerde 1 jaar te Atrecht en 3 jaren te Utrecht als advocaat. Na gedurende ruim een half jaar als extraordinaris raad zitting te hebben gehad in het Hof van Gelderland werd hij 28 Mrt. 1564 benoemd tot ordinaris raad, als opvolger van Fred. van Boeymer. Als zoodanig deed hij zich kennen als een heftig tegenstander der Hervorming. Hij bleef geldersch Raad tot Sept. 1578, toen hij uit het Hof verwijderd werd, als zijnde geen landzaat, maar een Hollander. Later moet hij van geloof zijn veranderd, daar hij in 1582 tot lid van den Hoogen Raad van Holland werd aangesteld. Hij maakte in 1585 deel uit van het gezantschap naar Frankrijk. Hij is tweemaal gehuwd geweest; zijne eerste vrouw was Margriet Olemen, zijne tweede, met wie hij te Arnhem huwde, Oede (Oda) van Scherpenzeel. Zij hertrouwde Wolter van Boinenburg gen. van Honstein. Zie: Wagenaar VII, 451; VIII, 56; Scheltema, Staatk. Nederl. II, 527; Bijdr. en Meded. Gelre XI, 433; van Spaen, Hist. d. heeren van Amstel 189. van Veen |
|