het Concilie naar den Keizer zouden worden afgevaardigd. Door dezen brief versterkt, heeft A. tot in hoogen ouderdom zijn moeitevollen arbeid doorgezet. In 663 ontving hij van koning Childerik een landgoed, nu Barisis-au-Bois geheeten; spoedig daarop bouwde hij een tweede klooster en begiftigde het met genoemd landgoed en andere landerijen; hierdoor was hij in staat adellijke dietsche knapen, die in het klooster Elnon in de moedertaal onderwezen waren, hier het frankisch te doen leeren. In zijn testament bepaalde hij, dat, waar hij ook mocht sterven, zijn lichaam in Elnon begraven zou worden. Spoedig na zijn dood werd hij als heilig vereerd. ‘Hij was een eerbiedwaardig bisschop, een uitstekend prediker der Franken, en heeft met wonderbaren ijver het werk aangevangen, door Willibrord en Bonifatius voortgezet, de verbreiding van het Christendom in Nederduitschland’ (Krusch).
De levensbeschrijving, die tot nu toe op naam van Baudemundus stond, verhaalt vele andere bijzonderheden, hoe hij als jongeling uit het ouderlijk huis wegvlucht om God beter te dienen, op het eiland Ogia (Ile d'Yeu) een monster verdrijft, in Rome met eene verschijning van den H. Petrus begunstigd wordt, door koning Dagobert wordt verbannen, omdat hij diens zedeloos leven berispte, maar kort daarop wordt teruggeroepen om Dagoberts zoon, Sigebert, te doopen, dat hij bisschop van Maastricht wordt en vele wonderen doet.
Hij wordt voorgesteld met een keten in de hand, duidend op het groote aantal gevangenen door hem verlost, ook wel staande op een draak of met een kerk in de hand. Op 6 Febr. wordt zijn feest gevierd.
Zie de opsomming zijner levensbeschrijvingen bij Potthast, Bibl. Hist. Medii Aevi2 (Berlijn 1896) II, 1117; zie verder: Bibl. hagiographica Latina (Brussel 1898/99) in voce; Br. Krusch, Vita Amandi Episcopi in Mon. Germ. Hist., Script. Rerum Meroving. V (1910) 395; J.A.F. Kronenburg, Neerlands Heiligen in vroeger eeuwen (Amsterdam 1900) I, 72.
Kronenburg