[Akerlaken, Jhr. Mr. Dirk van]
AKERLAKEN (Jhr. Mr. Dirk van), zoon van den volgende en Marie van Stralen, bekwaam rechtsgeleerde en volksvertegenwoordiger, 18 Dec. 1815 te Hoorn uit een oud, aanzienlijk geslacht geb. en ald. overl. 18 Jan. 1892. Na te Leiden onder Thorbecke, Tydeman e.a. gestudeerd te hebben en er in 1838 gepromoveerd te zijn op een diss. De pactis licitis et illicitis in codice civili obviis, vestigde hij zich in zijn geboorteplaats als advocaat en werd daar vervolgens rechter-plaatsvervanger en president der arr.-rechtbank. Tevens was hij er lid van den gemeenteraad (sedert 1862) en wethouder (sedert 1881), afgevaardigde naar de Prov. Staten van N.-Holland (van 1841-50 en van 1862-74), lid van de 2e Kamer der Stat.-Gen. voor 't hoofdkiesdistrict Hoorn (van Oct. 1850 tot Mei 1860 en van Sept. 1869 tot Sept. 1874) en lid van de 1e Kamer der Stat.-Gen. voor de prov. Noord-Holland (van Sept. 1874 tot zijn dood). In de politiek was hij trouw de beginselen van zijn leidschen leermeester Thorbecke toegedaan en was een der bekendste liberale leiders, in alle opzichten een man, van wien kracht en leiding uitging. Ook in het dijkbestuur bekleedde van Akerlaken aanzienlijke betrekkingen: eerst was hij waarschap van Drechterland, toen hoofdingeland van West-Friesland, daarna dijkgraaf van Drechterland en eindelijk hoogheemraad van den Hondsbossche.
Van Akerlaken is twee keer gehuwd geweest: eerst, 29 Juli 1841, met Christ. Joh. de Vicq, geb. te Hoorn 13 Juli 1820 en overl. te Oberhausen 7 Aug. 1860 en daarna, 8 Mei 1862, met jonkvr. Joh. Godardina Laurentia van Doorn, geb. te Utrecht 23 Juli 1831. Uit het eerste huwelijk stamden negen kinnderen, maar de zoons hiervan daalden vóór hun vader ten grave.
Zie: O.W. Star Numan in Levensber. Letterk. 1895, 403.
Zuidema