buitengewoon zeldzaam; de poëzie is in haar verzen ver te zoeken. Wat geslachtrekenkunde en wapenkunde aangaat, heeft zij de merkwaardigheden, door haren vader verzameld, bewaard en uitgebreid. 29 Aug. 1654 kwamen de Staten van Gelderland haar kabinet bezichtigen, welk bezoek zij in een vers herdacht.
Zij gaf niet alleen het heraldieke werk haars vaders in het licht, maar ook nog de Vermeerderde Hoog Vorstelijcke Genealogie van Gelre, Cleve, Gulyck, Bergen en Marck, door haer Vader met seer groote kosten ende sware studiën met haer wapens en Coleuren tesamen gevoeght ende in een forme van eene Caert gestelt ofte een Boeck.
Zie: G.D.J. Schotel, Aant. betreffende drie Vaderlandsche Dichteressen uit de XVII eeuw in Kunst- en Letterb. 1843, I, 290-93; dez. Letter- en Oudheidk. Avondst. 152-53; Kramm, Aanhangsel 2.
van Dalen