[Aemilius, Robertus]
AEMILIUS (Robertus), geb. 29 Jan. 1663 te Oud-Beierland, gest. 17 Maart 1729; zoon van Gerard. Hij werd 29 Sept. 1683 te Leiden ingeschreven met bijvoeging: ‘20 T(heol.)’ en nog eens 17 April 1685 als ‘22 T’, zoodat inderdaad 1663 en niet 1664 zijn geboortejaar is. Te Leiden onderging hij vooral den invloed van Christof. Wittichius, den Cartesiaan, die in 1671 van de Doorluchte school te Nijmegen derwaarts gekomen was. Achtereenvolgens predikant te Nieuw-Beierland (1688) en Delfshaven (1700), kwam hij 1702 te Leiden. Dáár werd in 1707 Herman Witsius als regent van het Staten-College opgevolgd door Petrus Hollebeek (den grootvader van Ewald), terwijl Aemilius in zijne plaats subregent, na diens dood (19 Maart 1709) regent werd. Een weinig oorspronkelijk man, van zeer gewone gaven, maar althans zachtmoedig en van oordeel, dat ‘de mijding van gehaete broederkrakkeelen’ heilzaam is voor den bloei eener stad. Hij was gehuwd met Joh. Maria Hasius, die 9 Maart 1711 overleed; kort daarna, 13 Dec., hertrouwde hij met Maria van Rouveroy, dochter van zijnen ambtgenoot Joh. v.R. en, toen ook zij (26 Febr. 1720) overleden was, 18 Nov. 1721, met Maria de Hennion, wed. Pieter van der Meulen. Kinderen uit zijn eerste huwelijk waren Gerard, pred. te Zwammerdam, overl. 8 Jan. 1757, en Cornelis, pred. te Maastricht, overl. 15 Apr. 1764.
Hij schreef: Het licht der waerheit (1715-1722, dat in 1740 een derden druk beleefde); Kort onderwerp der goddelijke waarheden (1739 in vijfden druk); 's Werelds onstandvastigheid (1709); en een