[Aa, Martinus Wilhelmus van der]
AA (Martinus Wilhelmus van der), letterkundige en journalist, werd geb. te Amsterdam 15 Maart 1831, huwde 1o met mej. M.W. Heusken, 2o te Roermond 23 Jan. 1878 met Maria Margaretha Johanna Vemer, en overl. te Amsterdam 23 Mei 1905. Hij was van een koopmansfamilie en zelf ook voor den koophandel bestemd. Vandaar genoot hij geen klassieke noch academische opleiding, doch was in zijn jonge jaren een tijd lang te Marseille aan een fabriek werkzaam. Kort na zijn terugkeer aan de Tijd verbonden, diende hij dit blad eerst door zijn administratieve kennis; in 1869 werd hij er eigenaar en directeur van. Van 1869 tot '84 had hij ook een werkzaam aandeel aan de redactie. In dit laatste jaar deed hij wegens een beginnende slepende ziekte eigendom en bestuur van de Tijd over, doch bleef er nog lang daarna aan medewerken. Als letterkundige is zin voor humor en satyre zijn hoofdtrek. Onder het pseudoniem Henry van Meerbeke gaf hij in 1857 uit: Schetsen uit de hedendaagsche Zamenleving in de Toeschouwer, een katholiek tijdschrift, door hem met Mr. C.J.A. Heydenryck opgericht en geredigeerd. Reeds na een jaar ging dit aan een andere redactie en anderen uitgever over en hield in 1859 op. Bovengenoemde schetsen verschenen afzonderlijk in 1860 als Waarnemingen en Waarheden, en werden later herdrukt in de Guldenseditie. Zij werden zeer welwillend en aanmoedigend besproken in de Gids 1862, I, 315 door W.D - s (= Potgieter). Navolging van Hildebrand's Camera valt niet te miskennen. In 1869 verscheen zijn voornaamste werk: Zóó wordt men lid van de Tweede Kamer, een Hollandsche Verkiezingsroman (Amsterdam, later herdrukt te Arnhem). Het is
een verdienstelijke satyre op klein, beginselloos gedoe. ‘Zulk een boek te kunnen schrijven is een voorrecht - maar niet het geschreven te hebben’ (Simon Gorter in de Gids, Jan. 1870, die ten onrechte meende, dat de auteur cynisch goedkeurde wat hij satirisch hekelde, cfr. Katholiek LVI (1869) 393). In 1887 verscheen, steeds onder hetzelfde pseudoniem, Een ministerieele Crisis (Amst.) en Gevaar voor oorlog (Culemb. 1891), beide politieke blijspelen, door het Nederlandsch Tooneel eenige malen opgevoerd. Onder eigen naam schreef van der Aa in de katholieke tijdschriften de Wachter en de Katholiek en gaf hij eenige vertalingen van fransche en duitsche werken.
Van der Aa was door Dr. W. Cramer voor de katholieke actie en de Tijd gewonnen. Juist onder zijn redacteurschap maakte dit hoofdorgaan der katholieken zijn belangrijke zwenking naar rechts (van 1866-'79): aaneensluiting en partijvorming der zijnen, toenadering tot de anti-revolutionnairen, nooit-onderbroken aandringen op herziening der onderwijswetgeving. Toch heeft van der Aa hier zelf niet het hoofdaandeel in gehad, doch zijn mederedacteuren, Mgr. Smits en later Dr. Schaepman; den zwaren beginselenstrijd aan dezen overlatend, gingen zijn hoofdartikelen meestal over de lichtere kwesties in de politiek en de polemiek van den dag. Zeer opgemerkt werden ook zijn feuilletons in hetzelfde dagblad onder den titel van Conterfeitsels en Schetsen uit de Onderwereld.
Zie: E.A.v.d. Heuvel in Levensber. Letterk. 1907, 132; de Tijd, 23 Mei 1905; J.v. Vloten, Nederlandsch Dicht en Ondicht der 19e eeuw III, 592; G. Mes, Kathol. Pers v. Nederland, 1853-1887, 158, 292, 308.
Görris