[Aa, Christianus Carolus Henricus van der]
AA (Christianus Carolus Henricus van der), geb. te Zwolle 25 Aug. 1718, overl. te Haarlem 23 Sept. 1793, zoon van den luth. predikant Balduinus van der Aa (overl. te Leiden 1741). Te Leiden studeerde hij onder Alb. Schultens e.a. en trok in 1737 naar Jena. 22 Maart 1739 werd hij predikant bij de luth. gem. te Alkmaar, vanwaar hij 12 Aug. 1742 naar Haarlem trok, waar hij meer dan 50 jaar den dienst vervulde. 16 Oct. 1742 huwde hij met Catharina Koopman van Amsterdam. Hij was een zeer geliefd prediker en een bekwaam theoloog. Toen in 1752 te Haarlem de ‘Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen’ werd opgericht, werd hij, die zich zeer had beijverd om haar tot stand te brengen, benoemd tot haar secretaris en in 1778 hield hij de redevoering bij gelegenheid van de eerste algemeene vergadering van de onder den naam ‘Oeconomische tak’ opgerichte afdeeling. Te zijner eer is bij gelegenheid van zijn 50-jarige evangeliebediening in Haarlem een zilveren gedenkpenning geslagen, vervaardigd door J.G. Holtzhey. Zijn portret is door Houbraken 1772 gegraveerd naar een door Marinkelle geteekend miniatuur. Zijn zoon Mr. Pierre Jean Baptiste Charles volgt (kol. 6).
Zijn voornaamste werken zijn: Des menschen ingang tot heerlijkheid om in het toekomende leven Gods beeld in volkomenheid te wezen (Haarlem 1792, 3 dln.); Verhandelingen over den aart van het gebet (Haarlem 1747; 1784); Onderzoek der hoofdoogmerken van onzen Heere J. in eenige der voornaamste gevallen zijns levens (Haarlem 1755; 1792) en verschillende bundels preeken.
Zie voorts: C. de Koning, Tafereel der stad Haarlem II, 272, vlg.; III, 36, 268; IV, 65 vlg.; Wagenaar, Vad. Hist. XXI, 356; Bijdr. t.d. Gesch. d. Ev. Luth. kerk V, 161.
Pont