Herfstbloempje, voor de lieve jeugd(1825)–Petronella Moens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Jan en Piet; Of Gods goedheid. 'JAN. O! zie eens hier:die groene knop Werd eerst heel dik en groot; Nu barst hij open, .. en ziedaar! Een bloempje wit met rood. Hoe kwam dat schoone bloempje toch Eerst in dien knop? .. zeg PIET! 'PIET. Het bloempje is in dien knop gegroeid, JAN-lief! Meer weet ik niet. God gaf die bloem; want vader zegt, Geen menschelijke magt – Schoon alles daarvoor buigt – heeft ooit Een' grashalm voortgebragt. [pagina 42] [p. 42] De mensch kan planten, en den grond Bezaaijen, maar hij kan Geen' boom, geen blad, geen gras, geen bloem Doen groeijen, lieve JAN! Dit doet alleen de groote GOD, Die alles hoort en ziet. Hij zorgt voor elk, zelfs vogeltjes Vergeet zijn' liefde niet. Zie hoe de zwaluw, die daar ginds Dat kunstig nestje heeft, Met voedsel naar haar' jongen vliegt. 't Is GOD, die haar dat geeft. 'JAN. Hoe goed is GOD! Neen, lieve PIET 'k Wil nooit iets kwaads weer doen. Hij voedt ons, en de diertjes ook; Hij geeft ons 't lieve groen; Dit bloempje is ook door hem gegroeid. O GOD! gij zijt zoo goed; Gij ziet het ook, ik heb u lief, U, die ons allen voedt. Vorige Volgende