Kikkervisje en Heer Snoek
Diep in het bos van Suriname woonden Kikkervisje en Sriba de zilvervis met hun familie, en een praatvis en een hele grote lelijke snoek.
Ze leefden in een kreekje dat door de felle zon bijna helemaal was opgedroogd.
Kikkervisje had het heel moeilijk, want ze was al bijna haar hele familie kwijtgeraakt aan de grote kaken van Heer Snoek. Ze waren allemaal opgegeten, verscheurd of gewoon ingeslikt....in één hap.
Op een middag keek Kikkervisje uit haar raam, ze was al een tijdje niet meer buiten geweest en voelde zich zo verdrietig. Ze begon een praatje met haar buurvrouw, Sriba de zilvervis en vertelde dat ze eigenlijk een hekel had aan Heer Snoek omdat hij altijd zat te loeren op hun familie.
Sriba de zilvervis luisterde goed en was het helemaal met Kikkervisje eens. Maar Klikspaan de praatvis had ook alles gehoord. Ze dacht: ‘Nou, als ik dit heel snel aan Heer Snoek vertel, dan laat hij mij vast wel leven.’
Dus zwom ze in de richting van Heer Snoek, en begon al van verre te roepen: ‘Heer Snoek, ik heb groot nieuws voor u! Weet u...weet u... weet u wat ik net heb gehoord met mijn eigen oren? Kikkervisje heeft een hekel aan u, echt waar. Samen met Sriba de zilvervis heeft zij lelijke dingen over u gezegd.’
Heer Snoek had het allemaal gehoord, maar deed alsof hij niets verstaan had... ‘Ik ben een beetje doof, vertel het aan mijn linkeroor.’
En Klikspaan zwom naar het linkeroor van Heer Snoek.
Nauwelijks was ze uitgesproken, of Heer Snoek maakte een razendsnelle draai, als de bliksem gingen zijn tanden, hap hap hap, deden zijn kaken en weg was Klikspaan...weg! In tweeën gescheurd en verdwenen in de donkere maag van Heer Snoek.